Schil de aardappelen en snijd ze in gelijke stukken. Kook ze in water met een snufje zout gedurende 15 minuten tot ze zacht zijn.
Spoel de witlof af, snijd de harde stronk eraf en hak de bladeren in dunne reepjes. Bak de witlof kort in een beetje boter tot hij net zacht is.
Bak de spekjes in een droge koekenpan tot ze knapperig zijn. Haal ze uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Giet de gekookte aardappelen af, prak ze en voeg melk, mosterd, zout en peper toe. Meng de gebakken witlof en de helft van de kaas erdoor.
Strooi de rest van de kaas over de stamppot vlak voor het serveren.
Notities
Voeg een scheutje appelciderazijn toe aan de witlof tijdens het bakken om de bitterheid te neutraliseren. Bewaar restjes in een afgesloten bak en consumeer binnen twee dagen. Verwarm met een beetje melk om de romige textuur te behouden. Gebruik verschillende kaassoorten voor variatie en probeer verse kruiden zoals peterselie voor extra smaak.